Natuurlijk, ook op de burelen van Hakoah Vienna wisten ze dat het sluimerende antisemitisme nooit was weggeweest uit de Oostenrijkse hoofdstad. Maar het euforische kabaal dat hun landgenoten ten gehore brachten toen de Duitse tanks die ochtend van de twaalfde maart 1938 Wenen binnen rolden, dat hadden ze niet verwacht. Het was het begin van het einde.

De rassenleer van Hitler deed in de Alpenstaat als snel zijn misdadige werk. Een halve maand later, op 1 april, werd Hakoah-oprichter Fritz Löhner-Beda al naar Dachau afgevoerd. Zijn joodse voetbalclub zou nog datzelfde jaar ophouden met bestaan. Het betekende het voorlopige einde van het actieve sporten in joodse kringen.

Juist het antisemitisme had ervoor gezorgd dat Hakoah (‘de kracht’ in het Hebreeuws) Vienna in 1909 werd opgericht. Jodenhaat was een alledaags verschijnsel in het midden en oosten van Europa rond 1900. Pogroms waren tussen 1903 en 1906 schering en inslag en werden door hogere hand georganiseerd, dan wel als noodzakelijk afgedaan.

Steden in Oostenrijk-Hongarije hadden grote getto’s waar de joden als een aparte gemeenschap leefden. De Weense burgemeester Karl Lueger vond het aantal joden in Budapest zelfs zo groot dat hij walgend over ‘Judapest’ sprak. Lueger was rond de eeuwwisseling de personificatie van het antisemitisme. Hij was burgemeester van Wenen van 1897 tot zijn dood in 1910. Onder zijn leiding glorieerde Wenen en werd het weer de stad met de wereldwijde faam die het eeuwen had gehad. De infrastructuur, stadsvernieuwing en sociale voorzieningen kregen allemaal een grote impuls onder zijn leiding.

De joden – zo’n tien procent van de populatie – profiteerden ook, maar gedeeltelijk. Sociaal gezien werden ze door een groot gedeelte van de bevolking als minderwaardig gezien. Een van die inwoners was Adolf Hitler. De latere Duitse nazileider vond in het populisme en antisemitisme van Lueger een grote inspiratiebron voor Mein Kampf.

Muskeljudentum

In die benepen, duistere sfeer leefden de vele joden van Oostenrijk-Hongarije. Maar ze gingen zich verweren. Er kwam een beweging op die Muskeljudentum (‘gespierd judaïsme’) werd genoemd. Bedenker van die term was Max Nordau. Nordau wilde dat de joden ook als krachtmensen werden gezien, als tegenhanger van de geleerde joden die men toen vooral kenden. Daarnaast was hij een fervent aanhanger van het zionisme. Deze combinatie gaf een boost aan het joodse leven zo vlak voor de Eerste Wereldoorlog.

Joden mochten geen lid worden van andere sportclubs en richtte zodoende hun eigen verengingen op. Eerst bij klassieke sporten als gymnastiek en atletiek. Maar ook de nieuwe populaire sport voetbal werd niet ontzien. In 1898 werd bijvoorbeeld TuS Makkabi Berlin opgericht en in 1906 kreeg ook Budapest met Vívó és Atlétikai (VAC) zijn eigen joodse voetbalclub. Datzelfde VAC speelde in 1909 een voetbalwedstrijd tegen het tweede elftal van de Weense cricket- en voetbalclub.

Logo Hakoah Vienna

De aanvoerder van VAC moedigde na deze wedstrijd joodse toeschouwers aan om een eigen club op te richten. En zo geschiedde. Op 16 september 1909 vond de oprichtingsvergadering van Hakoah Vienna plaats. Voorzitter werd Löhner-Beda die zijn club de eerste wedstrijd zag spelen tegen VAC. Het daaropvolgende seizoen 1910-1911 speelde de club mee in de Weense voetbalcompetitie.

De club kreeg al snel de bijnaam de Blauw-witten, naar de kleur van het tenue. Deze kleuren waren dezelfde als het opkomende zionisme gebruikte. De Weense joden gebruikten daarnaast prominent de Davidsster in het logo en werden zo het symbool van joodse trots. Deze uiting van zionisme en Muskeljudentum kreeg navolging in de rest van de wereld. Onder andere in New York (Brooklyn), Melbourne en Buenos Aires werden er Hakoah- voetbalclubs opgericht. Een aantal groeiden uit tot belangrijke instituten voor joden in de ‘nieuwe wereld’.

‘Joodse Zwijnen’

Bij Hakoah bleef het niet bij voetbal alleen. Men ging al snel over op andere sporten en zag zo een verwezenlijking van het muskeljudentum. De club won meerdere prijzen in sporten als worstelen, zwemmen en waterpolo. Hoogtepunt waren enkele worstelmedailles op de Olympische Spelen van 1932. Maar ondanks de successen bleef het antisemitisme hangen bij de tegenstanders. ‘Joodse zwijnen’ en ‘smerige joden’ werden in de eerste decennia nog vaak gebezigd op de voetbalvelden. Maar de wraak van de voetballers van Hakoah Vienna was zoet.

Béla Guttmann als speler van Hakoah Vienna | Foto: Berenberg Verlag

Na eerst een paar jaar op een wat lager niveau te hebben geacteerd, kwam Hakoah aan het begin van de jaren twintig terecht op het hoogste Oostenrijkse voetbalniveau. Het hoogtepunt uit de clubgeschiedenis was in 1925 toen een team met daarin onder andere de latere succescoach Béla Guttmann de eerste landskampioen werd in het Oostenrijkse profvoetbal. In de seizoenen daarna pendelde de club tussen de twee hoogste divisies.

In 1933 werd de politieke situatie voor joden al slechter en vluchtte veel leden naar het buitenland. Na de Anschluss van 1938 was het helemaal over voor de joodse club. Het sportpark werd in beslag genomen door de Duitse bezetters en niet veel later werd de club opgeheven.

De tragiek leert dat vele voormalige spelers de oorlog niet overleefden. Exemplarisch daarvoor was de dood van Löhner- Beda. De oud-voorzitter was ziek geworden, maar moest blijven werken in een concentratiekamp. Dit deed hij volgens een kampbeul niet hard genoeg, waarop deze hem doodsloeg.