Dagelijks fiets ik door de Haagse Vondelstraat. Een slalomparcours waar tram, auto en fiets vechten om voorrang. In die voertuigenstrijd kijk ik vaak niet verder dan het wegdek. Soms zie ik in mijn rechterooghoek wel een donkere kubus op een pleintje staan. Lange tijd vind ik het is in de gauwigheid lijken op een slap aftreksel van de Kaäba in Mekka. Totdat ik er een keer langs loop. Het blijkt een herinneringsmonument voor omgekomen Roma en Sinti tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Vaak breng ik nodeloze uren door op Wikipedia. De ene keer speur ik naar alle wetenswaardigheden over het Binnenhof. De andere keer wil ik weten wat er allemaal in mijn wijk, het Zeeheldenkwartier, te zien is. In die lange lijst van bezienswaardigheden stond ook de kubus aan de Vondelstraat. Ik las dat het Roma- en Sinti-monument sinds 2006 op het pleintje staat en al snel vond ik meer informatie.

Geboortejaar 2006 is vrij laat voor een Tweede Wereldoorlog-monument. Dat heeft er mede mee te maken dat het oorlogsleed van de Roma en Sinti pas laat erkend is. De focus lag in de jaren na 1945 op het macabere lot van de joden. Wellicht logisch, maar de Roma en Sinti kwamen er ook niet al te best van af in Hitlers rassenleer. Pas eind de jaren zeventig begonnen gemeenten met het oprichten van ‘zigeunermonumenten’.

De plaquette die in 1990 werd onthuld en nu aan de Vondelstraat te zien is | Foto: Matthijs Snepvangers

Vijf Haagse zigeuners overleven Auschwitz

In de Residentie begon de erkenning toen in 1989 het boek: Den Haag, Zijn Zigeuners en Hun Vervolging van Roel Wuite verscheen. Daarin bleek dat de Hofstad een belangrijke rol speelde tijdens de zigeunervervolging in de Tweede Wereldoorlog. Dat begon allemaal toen de Duitse bezetter in 1943 aankondigde dat Sinti en Roma niet meer door Nederland mochten trekken.

Den Haag werd in de zomer van dat jaar het toevluchtsoord voor een groot gedeelte van de Nederlandse zigeuners. Negentien Roma en Sinti-gezinnen gingen wonen in de hofjes aan de Bilderdijkstraat en de Veenkade. Maar liefst 112 zigeuners, waarvan 35 kinderen, vestigden zich onder erbarmelijke omstandigheden in het centrum van Den Haag. De Duitsers noemden het hofje dan ook spottend het ‘zigeunergetto’.

De oude benzinepomp aan de Vondelstraat | Foto: Haags Gemeentearchief/ bewerking:
Raymond Colorizer

Minder dan een jaar woonden de zigeuners in het centrum van Den Haag. Op dinsdag 16 mei 1944 werd er in alle vroegte op de deuren van de hofjeswoningen gebonsd. Alle 112 bewoners werden afgevoerd richting wat nu station Den Haag Centraal is. De treinreis ging vanuit daar richting Kamp Westerbork. Daar werden de Hagenaars samengevoegd met 143 andere Sinti en Roma uit Nederland. Nog diezelfde week maakten ze een treinreis waarbij het eindstation vrijwel zeker de dood betekende. In concentratiekamp Auschwitz vonden 215 van de 245 Roma en Sinti de dood. Slecht vijf Haagse zigeuners overleefden de nazihel.

Het boek van Wuite was aanleiding om op 4 mei 1990 een plaquette te onthullen bij de zogeheten zigeunerpoort aan de Bilderdijkstraat. Een lang leven had de herinneringsplaat daar niet. Het hofje werd binnen enkele jaren gesloopt en de tuinen aan de Bilderdijkstraat werden met de vrijgekomen grond vergroot. Het herinneringsmonument kwam na overleg tussen de gemeente en de eigenaar van de woning achter een zware deur te liggen. Om overlast van junks tegen te gaan, was daarbij het argument.

Honden pissen over neergelegde bloemen

Alleen op 4 mei tussen 18.00 uur en 20.00 uur werd de plaquette voor het publiek opengesteld. Iets wat niet lekker viel bij de nog levende Roma en Sinti. Ze protesteerden in de week voor de dodenherdenking van 1995 in het Museon en dit had effect. De gemeente Den Haag ging op zoek naar een nieuwe plek voor het monument.

Die plek werd al snel gevonden. Enkele meters verderop aan de muur van de oude bibliotheek werd de plaquette bevestigd. In alles een onhandige plek. Er was daar amper ruimte om te herdenken en de neergelegde ruikertjes om vorm te geven aan verdriet, werden van een extra geurtje voorzien door pissende honden. De zigeuners waren met de plaquette bij de bieb nog verder van huis. Iets wat toch bijzonder is voor een nomadisch volk.

Het duurde daarna nog tien jaar voordat er eindelijk een goede plaats werd gevonden voor de plaquette. De bureaucratische rompslomp die kenmerkend is voor grote overheidsorganisaties zoals bijvoorbeeld de Gemeente Den Haag was daarvoor verantwoordelijk. Nadat jarenlang iedereen zijn zegje had kunnen doen, werd aan de overkant van de bibliotheek eindelijk een plekje gevonden. Op het plein aan de Vondelstraat stond jarenlang een benzinepomp. Die was ondertussen gesloopt en er was ruimte vrijgekomen. Besloten werd dat in plaats van een plaquette er een goed zichtbaar monument zou verrijzen op het pleintje.

Een plaatje in de Bilderdijkstraat ter herinnering aan de zigeunerpoort | Foto: Matthijs Snepvangers

Daarmee was de aflevering van Kafka in Den Haag, nog niet afgelopen. Er zaten fouten in de constructie, waardoor de kubus opnieuw in elkaar moest worden gezet. Dit vergde natuurlijk tijd en uiteindelijk had Den Haag op 27 maart 2006 eindelijk een volwassen monument voor het oorlogsleed van de Sinti en Roma.

Op die dag onthulden twee nabestaanden samen toenmalig burgemeester Wim Deetman de kubus. Aan het nieuwe monument was de plaquette die vijftien jaar lang door de buurt had gezworven, bevestigd. Op de plek waar de zigeunerpoort stond is een extra plaatje neergezet. Op een voor honden ideale hoogte om het pootje omhoog te trekken.

Hoewel AI mij enorm helpt, kost dit project tijd en geld. Want bij veel AI-diensten moet je een abonnement afsluiten. Help mij met mijn project.

Donatie € -