László Kubala, een naam die klinkt als gezongen door een merel op een vroege lenteochtend. Een lenteochtend waar het dauw het gras nog onder zich heeft en het gestamp van kleine kleutervoetjes die machtsverhouding wegneemt. In het Budapest van begin jaren dertig was Kubala vaak een van die dauwtrappertjes die in het ochtendgloren de bal al liet rollen. Het liefst op de velden van Ferencváros, de club waar zijn vader successen vierde.

Het zorgeloze bestaan verstomde al snel voor Kubala. Hongarije werd opgenomen in de asmogendheden van Mussolini en Hitler en belandde zo in de gruwelen van de Tweede Wereldoorlog. De rassenpolitiek werd ook bij de Magyaren gemeengoed en het volk had te lijden. Moeder Kubala werkte ten tijde van de Tweede Wereldoorlog in de fabrieken die zo belangrijk waren voor de oorlogsindustrie. De familie Kubala was niet rijk en er moest brood op de plank komen. Maar terwijl Europa werd bedolven onder wapengekletter, voetbalde Kubala door.

Kubala was goed, enorm goed zelfs. Al op zeventienjarige leeftijd maakte hij zijn debuut voor het nationale team van Hongarije. Natuurlijk had de oorlog hiermee te maken. Veel spelers waren door het oorlogsgeweld gedood of gewond geraakt. De Hongaarse competitie werd gespeeld door veredelde jeugdelftallen. En zoals vaker: op de puinhopen van het oude, verrijzen nieuwe helden.

In 1946 verhuisde hij naar Tsjecho-Slowakije. Naar verluidt om de militaire dienstplicht te ontwijken en een bestaan als profvoetballer op te bouwen. Oost-Europa zag er soms uit als een niemandsland waar de tactiek van de verschroeide aarde zijn duivelse uitwerking had gehad. Kubala bracht afleiding. Het geluid van noppen in hompen gras en het gesuis van een bal tegen een vochtig net brachten de mensen geluk. Kubala was een uitzonderlijk talent. En dit bewees hij in zijn nieuwe vaderland.

International Tsjechië-Slowakije

Binnen no-time speelde hij in Tsjechië-Slowakije wedstrijden voor het nationale team. Ondertussen kwam Europa langzaam in de greep van de machtsstrijd tussen kapitalisme en communisme. Het oostfront werd oostblok. En weer lag de dienstplicht op de loer. Kubala wilde niet vechten, maar voetballen. Hij ging terug naar Hongarije om weer voor Ferencváros te spelen.

Maar zo gesmeerd liep het niet. Hij werd door de Hongaarse regering gevangen gezet vanwege landverraad. Anderhalf jaar zat hij in een concentratiekamp. Toen hij eindelijk vrijkwam had hij maar één doel. Hij wilde weg uit het communistische oosten. Naar nieuwe voetballanden als Italië en Spanje.

Kubala als speler van FC Barcelona | Foto: Nationaal Archief

Hij ging alleen, als een soort verkenner voor zijn gezin en schoonfamilie. Zijn vrouw en zoon zouden later de oversteek wagen. Via kapotte wegen, koude rivieren en steile bergpassen kwam hij in januari 1949 in Italië aan. In afwachting van zijn gezin ging hij voetballen bij Aurora Pro Patria in Lombardije. Maar een nieuwe knauw op oorlogsgebied speelde hem parten. Dit keer was het de politiek. Van de FIFA mochten dissidenten niet in competitieverband spelen. Vriendschappelijk natuurlijk wel. Dat werd bijna zijn dood.

Vliegramp Torino

Het talent van Kubala werd namelijk herkend en een van de beste Europese clubs op dat moment, Torino, vroeg of hij mee wilde spelen in een oefenwedstrijd tegen het Portugese Benfica. Kubala wilde wel, maar zijn net uit Hongarije overgekomen zoontje werd ziek en hij weigerde alsnog. Voetbal bleef de belangrijkste bijzaak. Het verhaal is bekend. Het vliegtuig van Torino vloog op de terugweg vanuit Portugal tegen een rots aan en op drie spelers na overleefde niemand de vliegramp.

Kubala was ondertussen een balling in een Europees niemandsland. Gelukkig voor hem trok er een team van politieke vluchtelingen door Europa, waar Kubala als snel deel van uitmaakte. Wat hielp was dat zijn schoonvader coach was van het bijeengeraapte zooitje. Die Ferdinand Daučík was namelijk een bekende voetballer tijdens het interbellum.

De kliek deed tijdens de Europese tournee ook Spanje aan, waar ze tegen het door Generaal Franco gesteunde Real Madrid speelde. Kubala liet zien voor de ogen van de dictator zien hoe goed hij was. Real wilde hem aan zich binden, maar Kubala eiste dat zijn schoonvader Ferdinand Daučík als hoofdcoach werd aangesteld. De Koninklijke weigerde.

Copa del Generalísimo

FC Barcelona wilde het eisenpakket wel inwilligen. De Catalaanse club moest wel bijna een jaar wachten totdat Kubala zijn opwachting maakte in het elftal. De Spaanse nationaliteit moest worden aangevraagd en in april 1951 was het zover. De competitie was al gespeeld. Maar door zes doelpunten in zeven wedstrijden van Kubala werd de Copa del Generalísimo (tegenwoordig Copa del Rey) nog wel binnengehaald. Het was het begin van een vruchtbare samenwerking.

Kubala voetbalde wel weer in een dictatuur. Echter, na meermaals te zijn ontsnapt aan een dictator om te kunnen voetballen, was zijn vlucht nu wel succesvol. Kubala voelde zich thuis in Spanje, werd international en later zelfs bondscoach. In 1999 werd hij zelfs vóór Johan Cruyff uitgeroepen tot Barcelona-speler van de eeuw.

Bedrag € -