Jan Vennegoor of Hesselink was er één en het was de rol van Pierre van Hooijdonk bij het Nederlands elftal. Het ‘breekijzer’, vanwege het gespleten uiteinde ook wel ‘koevoet’ genoemd. Go Ahead – nog zonder toevoeging Eagles – had in het seizoen 1963-1964 ook een breekijzer onder contract staan. Alleen kreeg de Duitser Willi Kraus (1943) die bijnaam pas later in zijn carrière. En dat was niet omdat hij een doelpunt kon forceren.

Go Ahead speelde in het seizoen 1963-1964 voor het eerst in de eredivisie. Aan de hand van de beroemde Tsjechische trainer František Fadrhonc, moesten de Deventenaren handhaving bewerkstelligen. De club investeerde vooral in jonge talenten. Een van hen was de twintigjarige rechtsback Kraus, die voor tienduizend gulden van Schalke ‘04 werd overgenomen. De verdediger – die ook een opleiding tot elektricien had genoten – had tot dan toe één wedstrijd in de hoofdmacht van Die Königsblauen gespeeld.

Kraus was tijdens het debuutseizoen een gewaardeerde kracht. Hij speelde 27 van de dertig competitiewedstrijden als rechtsachter. Tijdens de thuiswedstrijd tegen Sparta werd hij door Fadrhonc als spits geposteerd. Een tactische zet die volgens de Telegraaf ‘niemand van de tienduizend aanwezige toeschouwers begreep’. Opmerkelijk. Want juist als spits zou hij later in zijn carrière furore maken.

Na één jaar deed Go Ahead hem alweer van de hand. Ondanks zijn prima prestaties op het veld kon men in Deventer niets met zijn ongedisciplineerde gedrag. Hij vertrok naar zijn vaderland en ging spelen bij Tennis Borussia Berlin. Daar ontwikkelde hij zich van verdediger tot spits en in 1966 maakte Schalke ’04 anderhalve ton over naar Berlijn om de voormalige jeugdspeler weer aan de selectie toe te voegen.

Auto tegen boom

De club uit Gelsenkirchen was halverwege de jaren zestig veroordeeld tot degradatievoetbal. Kraus was dan ook een schot in de roos voor de noodlijdende club. In de 36 wedstrijden die hij in het koningsblauw afwerkte, trof hij zestien maal doel. Dat hadden nog veel meer doelpunten kunnen zijn. Alleen stak de duistere kant van zijn karakter tijdens zijn tweede tijd bij Schalke de kop op.

De eerste maanden van het seizoen 1967-1968 miste hij doordat hij in Nederland met een auto tegen een boom was gereden. Aan zijn ziekenhuisbed stonden fans met bloemen en kaarten. Want de naam Kraus ging over de lippen in de kroegen van Gelsenkirchen. De spits was in zijn eerste jaar een publiekslieveling geworden door zijn doelpunten. Er gingen echter ook al andere verhalen rond over de zonderlinge aanvaller. Zo sliep hij op trainingskampen met een pistool onder zijn kussen.

Het pistool dat langzaam maar zeker zijn trouwste vriend zou worden. Hij stond op de dansvloer met een wapen te zwaaien en raakte betrokken bij diverse vechtpartijen. Hij bleek een man met twee gezichten. Kraus stond altijd klaar voor de jongste fans en zette zich in voor liefdadigheidsorganisaties. Als hij door het bestuur werd aangesproken op zijn gedrag of een boete kreeg, beloofde hij beterschap.

Ook toen Kraus bij een teamgenoot over de scheef was gegaan, streek het bestuur nog over het hart. Middenvelder en Duits international Günter Herrmann had namelijk een kroeg. Kraus kwam daar vaak walmend van de drank binnen. Teamgenoten zeiden al dat hij daar weg moest blijven, maar keer op keer weigerde hij te luisteren. De ene keer kwam hij binnen met een parkeermeter die hij uit de grond had getrokken, de andere keer sloeg hij de barman het ziekenhuis in.

Appartement slopen

De directie gaf de aanvaller boetes en laatste waarschuwingen, de aanvaller beloofde opnieuw beterschap en schoot er in de competitie weer een paar in. In de zomer van 1967 maakte Herrmann bekend dat hij wegging bij de mijnwerkersclub. De vedette ging bij Karlsruher SC voetballen. Prompt vernielde Kraus met enkele vrienden het appartement van de kroegeigenaar.

In februari 1968 was de maat vol voor het bestuur van Schalke. In de auto van het probleemkind waren wapens, inbrekerswerktuigen en de buit van een nachtelijk avontuur gevonden. Hij werd op staande voet ontslagen. Dat zorgde voor veel ophef in het Ruhrgebied. In de twaalf wedstrijden daarvoor had de publiekslieveling namelijk negen keer gescoord. Het bestuur hield zijn poot stijf en zonder scorende spits werd het seizoen uitgespeeld. Schalke bleef in de Bundesliga en Kraus ging richting afgrond.

Twee weken na zijn ontslag werd hij opgepakt bij een overval op een supermarkt. Hij werd berecht, maar kwam het jaar daarop wonderwel weer aan de bak. Het bescheiden Eintracht Gelsenkirchen bood hem een kans. Dit avontuur duurde net iets langer dan een seizoen. In september 1969 meldde hij zich af voor een training. Hij had naar eigen zeggen een enkelblessure. Hij zat echter in hechtenis na een overval op een paar winkels. De buit was minimaal: een paar honderd mark en wat sloffen sigaretten.

In de daaropvolgende decennia zat hij meer in de gevangenis dan dat hij op vrije voeten was. De waslijst aan misdaden was enorm: verboden wapenbezit, cocaïnehandel, bankovervallen, mishandeling, overvallen op grote supermarkten of juist de sigarenzaak om de hoek. Het leven nam een trieste wending. Op 19 oktober 2008 werd hij dood gevonden in een smoezelig appartement. Op de deurmat lag een dagvaarding voor verboden wapenbezit. Die laatste rechtsgang werd hem bespaard.