‘Strontboeren’, zo noemde trainer Fritz Korbach de supporters van De Graafschap smalend in december 1998. ‘Als ze nog een keer ’s nachts langskomen, dan zet ik er 220 volt op.’ De fans van de Superboeren hadden aangebeld bij de flamboyante trainer omdat de resultaten tegenvielen. ‘Sommige supporters’, zei Korbach vervolgens, ‘hebben het verstand van een nijlpaard. Als ik hier niet was gekomen, hadden ze nu tegen Windkracht 24 gespeeld.’

In die laatste bewering zit een kern van waarheid. Onder de leiding van Korbach beleefde De Graafschap het beste seizoen uit zijn bestaan. Na 34 wedstrijden in het seizoen 1996-1997 stonden de Achterhoekers op een achtste plaats in de eredivisie. ‘We stonden zelfs rond de derde plaats tijdens de winterstop’, weet oud-speler Raymond Victoria zich te herinneren.

De periode van Korbach bij De Graafschap begon minder rooskleurig. Victoria weet zich de eerste dag met de geboren Duitser aan het roer nog goed te herinneren. ‘Hij kwam in de herfst van 1995 rechtstreeks uit Istanbul en was oververmoeid. Hij zakte toen tijdens de eerste training gelijk door zijn hoeven en moest door naar het ziekenhuis. ‘Even aan de stekker’, zei hij toen. Dat was wel typisch. Hij maakte overal een grapje van.’

‘Op een grappige manier hard zijn’

Bij de voetballiefhebber komen altijd de kenmerkende uitspraken van Korbach naar boven als het over de Duitser gaat. ‘Op een grappige manier hard zijn’, noemt Victoria het. ‘Maar het werkte wel. Hij kon er spelers scherp mee krijgen.’ Een ander typisch Korbach-ding was zijn kledingstijl. ‘Altijd die blote voeten in de schoenen’, weet zijn oud-pupil nog over de excentrieke trainer. ‘Ook al was het midden in de winter.’

Hoewel humor hoog in het vaandel stond onder Korbach, waren de trainingen volgens Victoria ook goed. De doctrine van Korbach was heel duidelijk, weet hij twintig jaar later nog. ‘Hij richtte zich op de eerste elf spelers. Daar ging hij mee aan de slag. De rest kon aan de andere kant van het veld trainen. Zaak was om bij die eerste elf te komen.’

Tijden van Topshots

Dat was nog lastig genoeg bij De Graafschap halverwege de jaren negentig. Het elftal had enkele voetballers waarvan liefhebbers nu nog steeds watertanden. Het was de tijd van Topshots. Zo waren in de zakken van Croky de namen Ron Olyslager, Fabian Wilnis, Erik Redeker en Edwin Godee te vinden. Dan zijn de bekendste namen uit die jaren nog niet eens genoemd. Zo hadden de Superboeren ook spelers als Hans van der Haar, Eric Viscaal en Ali Ibrahim in de gelederen. Vooral die laatste werd op een bijzondere manier aan de selectie toegevoegd. Voorzitter Hylke Enzerink belde Korbach op:

‘Ik heb een nieuwe spits voor je.’
Korbach: ‘Waar komt hij vandaan?’
Enzerink: ‘Ghana.’
Korbach: ‘Hoe heet hij?’
Enzerink: ‘Ali.’
Korbach: ‘Dat moet een goeie zijn.’

Samen met Viscaal vormde Ibrahim een illuster spitsenduo op De Vijverberg. De twee voelden elkaar aan en tijdens de seizoenstart werd duidelijk dat De Graafschap weleens hoge ogen kon gaan gooien in de eredivisie. Tijdens de eerste tien wedstrijden stond de gehele traditionele top-drie op het programma, evenals de derby’s tegen Vitesse en NEC. Na die duels was De Graafschap op een keurige derde plaats terug te vinden. Vooral de thuiswedstrijd tegen PSV en uitwedstrijd in de ArenA maakten de Superboeren veel indruk.

‘Vuile cola’

Natuurlijk kon de hosannastemming niet eeuwig voortduren. Een paar verliespartijen vlak voor de winterstop zorgden ervoor dat De Graafschap naar een nog steeds nette zesde plek afdaalde, op gelijke hoogte met Ajax. Maar er was ook een schaduwzijde.

Onder invloed van de ‘vuile cola’, zoals Korbach de baco noemde, kwam het nog wel eens voor dat hij dingen deed die niet bij een trainer pasten. Victoria weet nog dat Korbach in een barretje zat en te dronken was om alleen naar huis te gaan. ‘Toen kwam zijn vriendin hem ophalen’, vertelt de verdediger. ‘Maar voordat ze wegreden, ramden ze nog een auto. Ze legden netjes een briefje onder het raam en gingen naar huis. De volgende dag kwamen ze terug om de auto van Fritz te halen. Bleken ze zijn auto te hebben geraakt die nacht.’

Het is slechts één anekdote van een man die bij leven bekend stond om drinkgelag, harde uitspraken en opzienbarende resultaten. Hij gebruikte het ook in zijn voordeel. Als de buitenwacht zich tegen De Graafschap keerde, dan wierp Korbach zich op. Zo wilde de toenmalig burgemeester van Doetinchem, Jan Fokkens, een wedstrijd van De Graafschap verbieden. Het commentaar van Korbach was duidelijk: ‘Burgemeester Fokkens kan beter naar de hoeren fietsen.’

De Graafschap eindigde het seizoen 1996-1997 uiteindelijk op een keurige achtste plaats. Het seizoen daarna werden de Superboeren elfde. In december 1998 stond de ploeg veertiende toen Korbach werd ontslagen. ‘Een combinatie van factoren’ werd de reden van het ontslag genoemd. Waarschijnlijk dezelfde factoren die De Graafschap ook zo succesvol hadden gemaakt.